Gevolgen voor het dagelijks functioneren
Mensen die minder sociaal vaardig zijn, zijn dikwijls onzeker of gespannen in sociale situaties. Ze hebben het gevoel dat ze steeds 'verkeerde' opmerkingen maken of voelen zich buitengesloten. Bij sommige kinderen of volwassenen leidt dit tot vermijdingsgedrag: ze gaan niet langer naar bijeenkomsten met anderen en sluiten zichzelf thuis op. Dat kan weer invloed hebben op het functioneren op school, op het werk of binnen een team. Vaak zijn er gevoelens van eenzaamheid, schaamte of faalangst.
Vaktherapie bij problemen met sociale vaardigheid
Bij vaktherapie kun je sociale vaardigheden oefenen in een veilige omgeving. In plaats van alleen te praten over situaties, ga je juist doen. Vaktherapie maakt gebruik van creatieve, dramatische, muzikale of lichaamsgerichte werkvormen om inzicht te krijgen in jouw gedrag en de interactie met anderen.
In de therapie werk je stapsgewijs aan:
- Bewustwording van je eigen gedrag en communicatie
- Ervaren van hoe jouw gedrag overkomt op anderen
- Leren herkennen en respecteren van grenzen – van jezelf en van de ander
- Vergroten van zelfvertrouwen in contact
- Oefenen met sociale situaties op een manier die bij jou past
Vaktherapie sluit goed aan bij mensen die verbaal sterk zijn, maar vastlopen in gedrag – én bij mensen die juist moeite hebben om zich met woorden uit te drukken.
Behandeltraject en werkwijze
Het traject start met een intakegesprek, waarin je samen met de therapeut verkent waar je tegenaan loopt en wat je wilt ontwikkelen. Er wordt een behandelplan opgesteld dat aansluit op jouw tempo, behoeften en leerdoelen. De therapie is praktisch, veilig en op maat gemaakt.
Voorbeelden van hoe vaktherapie kan helpen:
- Dramatherapie: via rollenspellen of improvisaties kun je oefenen met sociale situaties, zoals op iemand afstappen, een meningsverschil uitspreken of je grens aangeven. Bijvoorbeeld: een cliënt speelt een scène waarin hij voor zichzelf opkomt in een conflictsituatie.
- Psychomotorische therapie: in oefeningen met beweging of samenwerking leer je non-verbale communicatie, grenzen herkennen en omgaan met groepsdynamiek. Bijvoorbeeld: iemand oefent in ‘volgen en leiden’ tijdens een fysieke opdracht met een partner.
- Beeldende therapie: het maken van een collage over sociale situaties helpt om inzicht te krijgen in je rol in contact. Bijvoorbeeld: een jongere verbeeldt hoe hij zich klein voelt in een groep, wat ruimte geeft om dit bespreekbaar te maken.
- Muziektherapie: in samenspel leer je afstemmen op de ander, luisteren en reageren. Bijvoorbeeld: een kind dat moeite heeft met beurtgedrag leert via ritme-oefeningen samen te werken in een groepje.
De therapeut zorgt voor een veilige, respectvolle sfeer waarin je fouten mag maken, mag oefenen én kunt groeien.